dinsdag 30 december 2014

Moordmachine



Boven de radiotoren bij de Waalhaven hangt een bruingrijze lucht. Wij zullen het vast niet droog houden denk ik, als we langs de Wolvenpolder richting de Beerenplaatgrienden rijden. De auto parkeer ik pal tegen het melkschuurtje van Ab Bouwman, die langs de oevers van de Oude Maas een zorgboerderij leidt. Vanuit het platgeslagen riet langs de griend klinkt het geschreeuw van de waterral. Verderop ligt een kreek. Ooit heb ik er daar een ral zien scharrelen langs de oevers. Dit keer laat hij zich niet zien. De griend ligt er deze middag verlaten bij en zonder woorden lopen we over een sompig pad terug naar de auto. Intussen is het gaan regenen. De middag lijkt verloren.


Als het dan toch droog wordt rijden we naar park Waterland. Daar langs de oever van een sloot staat hij. Blauwgrijs. In de gele snavel bungelt een knoert van een bruine rat aan zijn staart. Het beest trilt van angst. Telkens laat de reiger de rat vallen en net als die aan zijn stutten wil trekken, grijpt de reiger hem na een aantal stevige snavelstoten opnieuw. Uiteindelijk, als de rat nagenoeg geen weerstand meer biedt, dompelt de reiger hem onder water. Dan glijdt de rat levenloos in reigers maag.





hangend aan zijn staart
vecht de rat voor zijn leven
vergeefse moeite





Van een dergelijk tafereel was ik eerder toeschouwer. Een reiger had destijds een mol gevangen. Steevast liet hij de mol ontsnappen in een sloot. Als de mol op de oever kroop ving hij hem opnieuw om hem los te laten in het water. Dit schouwspel herhaalde zich totdat de mol het leven liet.




donderdag 11 december 2014

In licht en schaduw



Nadat hij de mantra’s heeft gereciteerd en de nieuwe dag begroet, loopt hij behoedzaam de zoldertrap af naar beneden. Op de overloop sluit hij de deur achter zich. Dan daalt hij de trap af naar de begane grond. In de keuken strijkt hij een lucifer langs de ruwe zijkant van het doosje. De vlam daaraan ontstoken vindt zijn weg naar het aardgas dat zacht uit het fornuis ruist. Met een plofje vormt zich een blauwe krans van vuur om de gaspit.


ochtendritueel
gas en zwavel mengen zich
geursensatie


Met een mok thee in zijn hand loopt hij naar zijn werkplek. Nog voor hij achter het beeldscherm van zijn computer plaatsneemt staart hij door het raam naar buiten. Het beeld van de fraaie zonsopgang van enige dagen geleden zal hij door de dichte bewolking dit keer niet kunnen bewonderen. Dan pakt hij een potlood en papier en schrijft als in een trance.


de eenzaamheid liefhebben
en toch ook de mensen
met hun eindeloze verhalen*



* De laatste strofe is afkomstig van een gedicht uit de bundel ‘in licht en schaduw’ van Niels Snoek

 



dinsdag 2 december 2014

haibun



Met de dood van de zwarte jongen in gedachten, rijd ik langs de kille rivier. De kogels drongen één voor één zijn onschuldige lichaam binnen. Dit alleen omdat hij met een speelgoedwapen zwaaide.

Guns for free
om jezelf te beschermen
tegen fictief gevaar

De beelden vervagen als ik later, gevangen door immense stilte, in een bos geluk ervaar. Langs het pad, verborgen tussen gevallen beukenblad, ligt een bemoste stam. Tientallen gele steeltjes en hoedjes schieten tussen het groene mos omhoog. Een warme gloed doortrekt mijn lichaam. De ijzige kilte van het benevelde landschap eerder, is teniet gedaan.

eerste nachtvorst
bevroren dauw – aura
om groene naalden