zaterdag 7 september 2013

botoxen



Het bankje steekt schril af tegen de strak geschilderde kozijnen. De zitting en leuning zijn verweerd en scheuren op die plekken waar het hout op het metalen frame is gemonteerd. Ik rol het verlengsnoer uit en steek de stekker in het stopcontact. Aan het andere einde steek ik de stekker van mijn schuurmachine. Gehoorbescherming dempt de geluiden om mij heen. Terwijl ik schuur, blaast een harde wind het bankje stofvrij.



Als ik geconcentreerd de laatste latten van het bankje schuur gaat de deur van de buurvrouw open. Zij vult haar tijd met verveling. Blijkbaar heeft ze na jaren het inzicht gekregen dat verveling leidt tot malaise. Om haar leven enigszins te kruiden, valt ze mij daarom regelmatig lastig. Laatst klaagde ze over de vallende blaadjes van mijn krulwilg.



Daar heb je haar denk ik. Pontificaal staat ze in de deuropening. Uit haar open mond, zie ik met een schuine blik, hangt een draadje slijm. Ik negeer haar en voltooi met ijver mijn werk. Na vijf lange minuten vertrekt de buurvrouw stilzwijgend. Als de bank geschuurd is, het verlengsnoer opgerold en het gereedschap is opgeborgen, pak ik een handborstel om de laatste restjes stof weg te vegen. Gelijk veeg ik ook vermeend stof van het bankje bij de buurvrouw weg.



Ik open de pot met kastanjebruine buitenbeits, roer de inhoud tot een soepele massa en strijk die over het hout. Na een half uur is de bank klaar. Het werk dat ik bijna meditatief heb afgerond doet mij goed. Wie weet, ontlokt het ook bij de buurvrouw een glimlach.