vrijdag 19 juli 2013

De stoofpot van Utrecht




Dinsdag. Het is rustig maar warm onderweg als Jade en ik op ons gemak naar Utrecht rijden. De route naar Maarschalkerweerd ligt uitgeschreven op de schoot van Jade. Samen met haar alertheid zullen we ongetwijfeld zonder oponthoud bij de atletiekbaan arriveren. Toch gaat het mis. Bij de laatste rotonde verliezen wij het zicht op de vele rijbanen die daar op aansluiten en opeens verlaten we Utrecht richting Houten. Verderop keren we om. Nog eenmaal missen we een afslag, Galgenwaard, maar dan rijden we langs het stadion van FC Utrecht recht op ons doel af. Het is goed om oude relaties in stand te houden, want ter plekke wijst Gert ons een vrije parkeerplaats. Om even voor drie uur nemen we plaats op de snikhete tribune – hoe warm moet het wel niet op de baan zijn. Die middag genieten we van de mooiste prestaties waarvan de tweede plek van  Tasa  Jiya 100m meisjes de uitschieter is. Ook Kylian komt nog even buurten. Enthousiast vertelt hij dat hij als zesde geplaatst is en in trainingen tegen de vijfenzestig meter werpt. Dat belooft wat voor donderdag als hij op het onderdeel speerwerpen in actie komt. Vroeg in de avond rijden we terug naar huis. Op de schoot van Jade ligt wederom de uitgeschreven route. “Die hebben we donderdag niet meer nodig”, zeg ik gekscherend. Jade kijkt mij lachend aan.


Donderdag. De temperatuur rondom het tartan is opgelopen tot tropische hoogte. We poseren ons in de bocht net na de start. Vanaf hier kunnen we het hoogspringen en het discuswerpen prima volgen. Ook staan we pal bij de start van de 100 meter horden wat vooral voor Jade een spannende ervaring is. Na het discuswerpen waar Rody Wolf een prima vijfde plek bemachtigde trakteert Jade op een ijsje, likkebaardend sjokken we naar de speerwerpsector. We nemen plaats op de ‘tribune’ van gras. Als de gladiatoren later aantreden loop ik naar het coach gedeelte. Jade volgt in mijn zog. Ter plekke zijn ook Keith en Jurgen gearriveerd, beide zijn coaches van het ATR. Dan ineens voel ik een hand op mijn schouder en meldt ook Jacqueline zich. Zij is deze week de werpcoach van de Nederlandse ploeg. Vier coaches op een atleet, nu kan het toch niet meer misgaan? Na drie worpen plaatst Kylian zich dan ook met 62,37 meter voor de finale. Zijn werptechniek is die middag prima, al laat hij veel liggen bij zijn impulspassen en zijn blok. Uiteindelijk wordt hij keurig vijfde. Dat Kylian deze middag in goed gezelschap verkeert, bewijst het feit dat de winnaar zich met zijn worp geplaatst heeft voor de WK.


Na felicitaties, knuffels en een babbeltje, rijden we tevreden naar huis. Jade is stil. Is zij onder de indruk, of…? Ik kijk om en zie haar knikkebollen. Je slaapt toch niet Jade? Nee hoor, maar wel bijna zegt zij lachend.




     

donderdag 18 juli 2013


                                             zachte zomerbries
                                    tussen raam en kozijn wiegt
                                    versleten spinrag

maandag 15 juli 2013

verdwaald



Er bevindt zich in de streek waarin wij op vakantie zijn een uitgestrekt netwerk aan public foothpaths. Deze paden zijn vaak op elkaar aangesloten en slingeren door het heuvellandschap, langs bosranden en de mooiste pittoreske dorpen. Om niet te verdwalen hebben wij een gedetailleerde kaart aangeschaft. Nadat we de auto aan de rand van Balcombe geparkeerd hebben lopen we de eerste kilometers langs het Ardingly reservoir. De op het informatiebord beloofde ijsvogel laat zich niet zien, wel worden op een tak jonge grasmussen door hun ouders gevoerd. We dwalen over de weiden van West Hill en houden halt bij een zinken voedertrog. De trog doet dienst als ruggensteun als we onze boterhammen opeten. Onder ons stroomt de Ardingly naar het meer. Een zachte bries droogt mijn bezwete rug. Met de kaart uitgevouwen voor ons op de grond bepalen we het vervolg van onze route. We dalen de heuvel af en volgen het pad door een bosperceel. Een houten brug over een rivier brengt ons bij het oude ‘Boat House’ en de Royal Botanic Gardens van Wakehurst Place. Op de parkeerplaats van de tuinen staan zeker honderd auto’s. Nieuwsgierig als we zijn besluiten we een kijkje in het bezoekerscentrum te nemen. Het gebouw heeft veel weg van een uit de kluiten gewassen
hobbywinkel annex restaurant. Er is van alles te koop van potjes gevuld met jam tot bloemenzaad, van tuinhandschoenen tot fleurig versierde agenda’s. Hier moet je echt liefhebber van zijn. Ik ben dat niet. Snel verlaat ik dan ook het gebouw en wacht buiten op mijn vrouw. Als we later via Warrens Wood en Newhouse Farm terugkeren naar Balcombe zijn we ineens de weg kwijt. Het pad op de kaart blijkt in werkelijkheid niet meer te bestaan. Met de kaart in de hand dwalen we tussen bomen en varens over paden die, gezien de printen op de grond, ook gebruikt zijn door damherten. De kaart gaat in de rugzak, die is tijdelijk onbruikbaar. Op gevoel dwalen we door het bos om uiteindelijk bij de Botanic Gardens uit te komen. Nu pas beseffen we hoe groot die tuinen zijn. Werkelijk uit alle delen van de wereld zijn grote thematische tuinen aangelegd. Geweldig mooi allemaal. Uiteindelijk na een wandeling van bijna zes uur komen we bij het bezoekerscentrum uit. Daar waar ik het die ochtend nog geen vijf minuten uithield sluit ik nu vriendschap met de restaurateur. Een flink stuk notenkoek en een warme pot thee doen nu wonderen en langzaam verdwijnt mijn vermoeidheid. Jose peuzelt en drinkt natuurlijk lekker mee. Morgen doen we het rustig aan beloven we ons zelf. Maar of dat gaat lukken?