maandag 17 oktober 2011

De Mensch


Al vanaf de ochtend hangt er een sluier van motregen boven de stad. Dit gevoegd bij de belabberde mentale gesteldheid van De Mensch maakt de dag wat minder aangenaam. Als een zombie hobbelt hij dan ook achter het winkelwagentje aan, dat driftig door zijn vrouw wordt voortgeduwd. De Mensch, gepokt en gemazzeld als hij is, weet inmiddels met zo’n mindere dag om te gaan. Hij komt op het lumineuze idee om gezellig samen met vrouwlief een middagje naar Schiedam te gaan. Kuieren door de stad en een bezoek aan het museum dat zal de dag vast uit zijn grauwheid tillen. Als ze samen langs de winkels slenteren knapt hij langzaam op. Bij een tweedehands boekwinkel gaan ze naar binnen. Hier zijn vast dichtbundels te koop, denkt hij. Twee dames helpen hem bij toerbuurt. Geaffecteerd verlaten woorden en zinnen hun lippen als ze hem te woord staan. De Mensch die gek is op typetjes kruipt in de huid van één van de dames. Voorzichtig wordt een dame nagebootst. Echter hij vergeet zichzelf en al gauw stijgt het volume van zijn stem naar gespreksniveau. Zachtjes maar gedecideerd fluistert zijn vrouw hem toe dat hij zich moet gedragen. De dames hebben hem vast gehoord. Om het goed te maken gaat hij bij het afrekenen in gesprek met één van hen. Het winkeltje, zo blijkt, wordt elk weekeinde gerund  door vrijwilligers van de soroptimisten. Een soroptimist is een vrouw die o.a.staat. voor: verbetering van de rechten van de vrouw, hoge ethische normen, gelijkwaardigheid, ontwikkeling en vrede door het bevorderen van goede internationale verstandhoudingen.
In het bezit van nieuwe kennis, drie dichtbundels en vers gemalen Colombiaanse koffie, die elders was gekocht, verlaat De Mensch later tevreden Schiedam. Het museum is inmiddels gesloten.